Aan de noordkant van Ameland stroomt de Noordzee. De Noordzee staat bekend als de verkeersader van Europa. Vlak boven de kunst varen per dag tientallen schepen op weg naar hun bestemming in Europa of daarbuiten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat eilandbewoners en overheid zich ongerust maken over calamiteiten die bij zware stormen ons eiland kunnen treffen.
Het uitgestrekte witte zandstrand is het handelsmerk van Ameland. Het is hier heerlijk genieten van zon en zee of alleen maar uitkijken over de immense watermassa die Ameland omsluit. Het tientallen kilometers lange strand verbind het uiterste westen met het uiterste oosten. Bij het verlaten van het strand wandel je over de duinovergangen. Elk dorp heeft een eigen strandovergang. De duinen beschermen het achterland tegen hoge zeeën, die vaak ontstaan bij stormachtige noordenwind. Het water staat dan tot aan de voet van de duinen.
Deze natuurlijke zeewering heeft heel veel onderhoud nodig. Regelmatig wordt het strand opgespoten met zand vanuit de Noordzee om duinvorming te realiseren. Bovendien is dit onderhoud nodig omdat de duinen ‘wandelen’. Wat er aan de westkant bij stormachtig weer afslaat komt er automatisch aan de oostkant bij.
Bij de strandovergang in Ballum treffen we een uniek natuur gebied aan; het groene strand. Dit groene strand is uit zich zelf ontstaan en herbergt nu vele soorten broodvogels en tientallen plantensoorten waarvan men dacht dat ze van Ameland waren verdwenen. De zandhaak die ervoor zorgt dat de vloedlijn bij Ballum honderden meters weg is van de strandovergang is een voorbeeld van het wandelen van het strand. De haak wandelt heel langzaam richting Nes. Over enkele jaren, is de verwachting van deskundigen, wordt Nes hiermee geconfronteerd.
Het wandelen in de duinen is een belevenis. Naast bekende plantensoorten kom je er ook vele onbekende soorten tegen waaronder de beschermde wilde orchideeën. Een excursie door dit gebied is zeker een aanrader.