Honderd meter voorbij het Nederlands Hervormde zaalkerkje, komen we aan de overzijde van de Camminghastraat de uiterst eenvoudige Vermaning tegen van de Doopsgezinde gemeente van Ballum. Over dit zaalkerkje uit 1883 is eigenlijk niet veel te zeggen. De bouw en de inrichting beantwoorden helemaal aan het oorspronkelijke doel, de gemeente te vermanen. Het is een echt preekkerkje. Over de geschiedenis van de Doopsgezinden op Ameland is wel meer te vertellen. Die geschiedenis is namelijk de langste van alle protestantse kerken op het eiland.
De eerste protestanten op Ameland waren z.g. Anabaptisten of Wederdopers, later Doopsgezinden genoemd. Deze radicale reformatorische groep stond onder de bezielende leiding van Menno Simons. Samen met de ‘oudsten’ had hij de leiding over de gemeente. Eén van die oudsten, de bekende Leenaert Bouwens, maakte tussen 1551 en 1582 acht reizen naar Ameland waarbij hij in totaal 99 mensen heeft gedoopt.
Ondanks de moeilijke omstandigheden waaronder volgelingen van Menno moesten leven hier ten lande, kon de eenheid niet bewaard blijven. De vroege Doopsgezinden waren sterk georiënteerd op het Koninkrijk Gods. In verband daarmee werd er een bijzonder strenge tucht gehandhaafd, om op deze manier de gemeente heilig, zonder vlek of rimpel te houden. Er werd dan ook nogal eens gebruik gemaakt van de ban, gemeenteleden werden om bepaalde redenen uitgesloten van de gemeenschap. Over de toepassing van deze tucht en ban ontstond nu onenigheid, die ertoe geleid heeft dat in 1556 zich de ‘Waterlanders’ hebben afgescheiden van Menno en de zijnen. Deze groep, genoemd naar het gebied boven Amsterdam waar de beweging ontstond, pleitte voor minder strenge tucht, hadden een wat liberale inslag en zochten ook minder het isolement.
Er zijn aanwijzingen dat deze Waterlanders zich ook al vroeg op Ameland hebben kunnen vestigen en wel in Nes. Dit blijkt uit het feit dat de orthodoxe Leenaert Bouwens daar in totaal slechts drie personen heeft gedoopt en dat bovendien bij zijn eerste verblijf in 1551.
Zo waren er dus al heel snel na de vestiging van de Doopsgezinden op het eiland twee groeperingen. De invloed van de Waterlanders beperkte zich overigens niet tot Nes, ook in Hollum zou later een Waterlandse gemeente zijn (zie Hollum).
De orthodoxe stroming zou later het Jan Jacobsvolk genoemd worden, naar de Harlinger oudste Jan Jacobs, die vanaf 1599 nogal van zich deed spreken. Rond 1665 heeft er vanuit deze Jan Jacobskerk nog weer een afscheiding plaatsgevonden onder leiding van de voorganger Foppe Ones. De reden van deze afscheiding is nog nooit helemaal duidelijk geworden. Mogelijk speelden persoonlijke geschillen daarbij een rol.
Dit Foppe Ones of ook wel Laus Oomsvolk heeft tot 1804 zelfstandig bestaan. Toen heeft de fusie met het Jan Jacobsvolk zijn beslag gehad en vrij snel daarna zjin de kerkjes in Ballum en Nes afgebroken. In Ballum stond dit kerkje aan de zuidoost kant van het dorp, aan de weg naar de Mieden. De kerk van het Jan Jacobsvolk, uit 1733, stond toen aan de Nesserweg. Deze eenvoudige kerk, met een rieten dak, heeft dus in 1883 plaatsgemaakt voor de huidige Vermaning aan de Camminghastraat, gebouwd door de aannemer P. IJnsen.
De doopsgezinde Vermaning in Ballum is niet meer in gebruik als kerkgebouw.
Uit: Rij d’r eens langs! Reisgids langs Amelander Kerken en Zerken door J.H. Strubbe