Kluten zijn kenmerkende pioniervogels die leven op de grens van land en zout of brak water. Vooral zilte kreken, schorren, inlagen en zandplaten zijn als broedgebied in trek. De nabijheid van ondiep water en losse, slikkige bodems is een vereiste. Kluten zoeken hierin het liefste naar voedsel.
De oogst bestaat uit kleine kreeftachtigen, insekten en wormen.
Nederlandse kluten zijn trekvogels en bijna allemaal brengen ze de winter door langs de kusten van Zuidwest-Europa of West-Afrika.
Een kenmerk van de kluut is de typische vorm van de snavel. De broedperiode is mei en juni.