De scholekster is een vrij stevig gebouwde, zwart-witte steltloper. Deze vogel heeft een zwartwit verenkleed, een oranje snavel en oranje poten. De lichaamslengte bedraagt 40 tot.
Het voedsel bestaat uit schelpdieren, wormen en krabben. Bij schelpdieren wordt eerst de sluitspier doorgeknipt, voordat de schelp kan dichtslaan, waarna de prooi wordt opgegeten.
De broedtijd loopt van half april tot in juli. De scholekster legt meestal drie, soms vier eieren in een nest gemaakt in een ondiep kuiltje. Meestal broedt de scholekster op grasland, maar ook op bouwland worden veel nesten aangetroffen. Ze maken ook nesten op platte, met grind bedekte daken van grotere gebouwen.
De scholekster is bekend vanwege zijn verdediging van het nest. Wanneer een roofdier het nest nadert doet de ekster zich voor alsof hij kreupel is om de belagers van het nest weg te lokken. Eenmaal op afstand vliegt hij weg.
De scholekster komt het hele jaar door voor aan de kusten van de Noordzee en van de Ierse Zee. Het is een trekvogel.