Grote mantelmeeuw

De grote mantelmeeuw is de grootste soort met een spanwijdte van ongeveer 1,5 meter en een lengte van 74 cm. Volwassen vogels hebben een zwarte mantel. Jonge vogels zijn gespikkeld bruin en krijgen pas in het derde voorjaar hun zwarte mantel. In tegenstelling tot de meeste andere meeuwen, gedragen grote mantelmeeuwen zich geregeld als kleptoparasiet en predator. Ze…

Kleine Mantelmeeuw

De kleine mantelmeeuw heeft een leigrijze mantel, in tegenstelling tot de zilvermeeuw die lichtgrijs is. Verder heeft hij gele poten, in tegenstelling tot grote mantelmeeuw die roze poten heeft. De kleine mantelmeeuw leeft vooral van (zee-)vis, en zwemkrabben, maar ook op het land wordt veel gefoerageerd (zoogdieren, insecten, in minder mate ook afval). De kleine mantelmeeuw broedt in kolonies…

Kokmeeuw

De snavel en de poten van de kokmeeuw zijn diep, donkerrood, kop en keel zijn donker chocoladebruin. Ze hebben een smalle, witte oog-ring. Vanaf de hals verandert de kleur in wit. Die kleur loopt door in de onderdelen en de staart. Mantel en vleugeldekveren zijn zilvergrijs. In de winter is de onderkant van de vleugel…

Stormmeeuw

De stormmeeuw toont enige gelijkenis met de zilvermeeuw, De stormmeeuw heeft geelgroene poten en een groenachtige snavel die bovendien iets slanker en spitser is dan de snavel van de zilvermeeuw. De kop is ronder dan die van een zilvermeeuw en heeft om het oog een donkere iris, daardoor lijkt de stormmeeuw “vriendelijker” dan de zilvermeeuw met zijn…

Zilvermeeuw

De zilvermeeuw is in de vlucht te onderscheiden van de stormmeeuw door de veel forsere snavel en door de witte vlek in de zwarte punt van de vleugel: bij de stormmeeuw is die groot en ovaal, bij de zilvermeeuw kleiner en onregelmatig gevormd. In het volwassen kleed heeft de zilvermeeuw een witte kop, staart en…