De grote stern is te herkennen aan zijn zwarte kuif en snavel met een klein geel puntje. De jaren dertig van de 20e eeuw waren de gloriejaren voor de grote stern, toen er ongeveer 35.000 paren in Nederland broedden vooral in het Waddengebied.
Sindsdien is de populatie gedaald door chloorkoolwaterstof-bestrijdingsmiddelen in het kustwater, waarin de sterns vissen.
In de jaren negentig is Griend de enige plek in het Waddengebied waar constant grote sterns broedden, op andere plaatsen zijn vestigingen zoals op Texel, Rottummerplaat en Schiermonnikoog. Deze hebben echter geen permanent karakter.
De soort staat als bedreigd op de Nederlandse rode lijst omdat de aantallen nog steeds niet op het peil van de jaren 1930 terug zijn en de broedbiotoop voortdurend bedreigd wordt door bijvoorbeeld baggerwerkzaamheden (Westerschelde) of verstoring (Waddengebied).